In 2012 heeft de gemeenteraad besloten de herontwikkeling van het gebouw De Muzen te heroverwegen. Het ontwikkelen van  woonappartementen op deze locatie is, gelet op de voortdurende woningbouwcrisis en de vele appartementen die nu al worden gebouwd in het centrum, wat ons betreft niet verstandig.

In de vorige raadsvergadering is het beheerplan gemeentelijk vastgoed behandeld. Daarin is bepaald dat gemeentelijk eigendom dat niet bijdraagt aan een maatschappelijke doelstelling kan worden afgestoten.

Nu heeft een ontwikkelaar zich gemeld bij de gemeente die het gebouw De Muzen wil kopen. Het college heeft met deze ontwikkelaar onder voorbehoud van goedkeuring door de raad een koopovereenkomst gesloten. De ChristenUnie kon zich in eerste instantie niet vinden in deze overeenkomst.

In de koopovereenkomst was op verzoek van de gemeente namelijk een regeling opgenomen dat het gebouw De Muzen niet mag worden gesloopt binnen een bepaalde termijn voor grootschalige woningbouw. Onze fractie vond deze termijn te kort bovendien was niet gedefinieerd wat onder grootschalige woningbouw wordt verstaan.

Wij gunnen de koper en de toekomstige gebruikers het gebouw maar niet tegen elke prijs. Zeker in deze tijd van bezuinigingen zijn we extra waakzaam.

Het is dan ook daarom dat wij het college hadden verzocht opnieuw in onderhandeling te treden met de koper.

Duidelijk was dat de ChristenUnie wilde dat de termijn waarop de ontwikkelaar deze locatie zou mogen herontwikkelen tot grootschalige woningbouw moest worden vergroot.

Wij zijn dan ook verheugd over onderhandelingsresultaat en danken de koper voor het willen bewegen en het college voor haar inzet.

Het resultaat mag er zijn:

1.  de gemeente is door de verkoop van het gebouw verzekerd van haar inkomsten;

2.  het is voor de koper minder aantrekkelijk geworden het gebouw te slopen voor      grootschalige woningbouw doordat de “verbods”termijn daartoe is verlengd;

3. de beoogde gebruikers van het gebouw kunnen, nu de termijn is verlengd, naar alle waarschijnlijkheid langer gebruik blijven maken van het gebouw. 

Engbert Stroobosscher