Interview Kees Doornenbal
vrijdag 08 februari 2002
Na 20 jaren actief te zijn geweest in de lokale politiek, neemt Kees Doornenbal binnenkort afscheid. Reden voor de redactie om met hem terug te kijken op deze periode. We zijn in het Ichthus College in Veenendaal West, waar Kees werkzaam is als afdelingsleider van de Mavo-afdeling.
Na 20 jaren actief te zijn geweest in de lokale politiek, neemt Kees Doornenbal binnenkort afscheid. Reden voor de redactie om met hem terug te kijken op deze periode. We zijn in het Ichthus College in Veenendaal West, waar Kees werkzaam is als afdelingsleider van de Mavo-afdeling.
Hoe ben je in de politiek terecht gekomen?
Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat God en Zijn Woord betekenis hebben voor onze samenleving. Daarom vond ik het altijd belangrijk om niet alleen te functioneren in een christelijke omgeving, maar ook in de maatschappij. Verder vind ik het leuk om bepaalde thema's te doordenken. Ook houd ik van discussiëren. En het boeit mij om te zien hoe mensen en organisaties functioneren en daarin dienstbaar te zijn en verbeteringen aan te brengen.
Hoe heb je de stap gemaakt naar de praktische politiek?
Twaalf jaar geleden ben ik begonnen als raadslid in de gemeentepolitiek van Veenendaal. Maar dat is niet het begin geweest. In zekere zin heb ik het van huis uit meegekregen. Ik ben geboren en getogen in Overberg. Mijn vader was politiek actief in de gemeenteraad van Amerongen. Al toen ik een jaar of 17 was bezocht ik politieke bijeenkomsten. Dat was in Dronten, waar ik het Hoger Agrarisch Onderwijs volgde. Deze school was zijn tijd ver vooruit, want zeggenschap van leerlingen stond daar hoog in het vaandel. Ik was daar een tijdje secretaris van de studentenraad. Eigenlijk is dat al een goede leerschool voor mijn politieke werk geweest.
Ook toen ik in Veenendaal ging wonen bezocht ik vergaderingen. Toen ik werd gevraagd voor een bestuursfunctie, heb ik hier ja op gezegd. Eerst was ik actief als penningmeester, later als voorzitter van de RPF-kiesvereniging. In die periode draaide ik ook mee met de schaduwfractie en schreef ik artikelen voor het RD als correspondent voor Veens nieuws. Na acht jaren bestuurswerk maakte ik de overstap naar de gemeenteraad.
Wat maakte de RPF voor jou de moeite waard?
Toen ik 18 werd, was ik stemgerechtigd. Dit was ook juist de tijd dat de RPF ontstond, naar aanleiding van de ontwikkelingen binnen het CDA. Het was echt een strijdtijdperk. Er werd een nieuwe partij opgericht en we hadden het gevoel 'we gaan ervoor!'. De richting die de RPF aangaf zorgde voor een enorme betrokkenheid. Ik voelde mij daar sterk bij betrokken.
Geldt dat ook nu de ChristenUnie is opgericht?
Het geeft wel een stukje nieuw elan en het is geweldig dat de ChristenUnie er is. Maar het is niet zoals toen we met de RPF begonnen. Met een klein clubje mensen aan iets nieuws beginnen vanuit een enorme christelijke gedrevenheid, dat was bijzonder. Ik denk daar nog wel eens met heimwee aan terug, ook aan de vriendschap in die tijd zoals met Jan Breekveldt en Arie de Graaf.
Wat altijd is gebleven is een sterke betrokkenheid van veel mensen. Al zie je niet zo veel mensen op vergaderingen, mensen geven aan te bidden voor christelijke politiek, of steken je een hart onder de riem. Zo merk je dat het een voorrecht is om vanuit een christelijke partij te opereren. Je kunt functioneren vanuit een door God gegeven gemeenschappelijk kader en de kerkelijke gemeenschap. Mensen uit niet confessionele partijen hebben wel eens gezegd dat ze jaloers waren op zo'n sociaal verband.
De ChristenUnie Veenendaal heeft een website. Daar ben jij de trekker van.
Vijf jaar geleden, voor de verkiezingen, ben ik daarmee begonnen. We waren een van de eersten. Ik vind het belangrijk dat een politiek partij zich goed presenteert. We moeten actief en creatief zijn, niet alleen in het politieke werk, maar ook in de presentatie naar buiten. Computeren vond ik toen ook al leuk. Het was de tijd dat internet in opkomst was.
Is het je zwaar gevallen in de gemeenteraad?
In het begin vond ik het behoorlijk zwaar, maar nu heel weinig meer. Twaalf jaar geleden was er meer een cultuur van macht. Ik was de jongste in de gemeenteraad, voelde me wel eens behoorlijk onzeker. Dat ik toen lid was van de commissie Welzijn, maakte het extra gecompliceerd vanwege principiële punten. Dan probeerden wethouders soms de raadsleden buiten spel te zetten. Als voorzitters van commissies moeten wethouders juist mensen tot hun recht laten komen.
Je bent begonnen in de commissie Welzijn. Heb je ook in andere commissies gezeten?
Ik ben ook lid geweest van de commissies Personeel & Organisatie, Milieu & Eigendommen en een korte tijd van de commissie Financiën. De commissie Bezwaar- en Beroepschriften heb ik ook gedaan; dat is een soort adviserende rechtbank van de gemeente. Burgers en instellingen kunnen daar bezwaar aantekenen tegen besluiten van de gemeente.
Verder zat ik acht jaar namens de gemeenteraad in het bestuur van IW4-bedrijven, de sociale werkplaats. Daar kunnen mensen werk krijgen als ze een baan in een bedrijf of een instelling niet aankunnen door een handicap. Die bestuursfunctie was een mooie taak door de sociale en de bedrijfsmatige kant ervan.
Zijn er nog meer dingen aan te wijzen waar je met veel plezier aan terugdenkt?
Een stukje eigen beleidsontwikkeling. Dus niet achterover leunen en afwachten wat de ambtenaren bedenken, maar zelf het denkwerk verrichten. Dat heb ik bijvoorbeeld voor het ouderenbeleid, het minderhedenbeleid en het milieubeleid gedaan.. We hebben dit in de fractie besproken en in de Algemene Beschouwingen naar buiten gebracht. Daarmee hebben we het gemeentelijk beleid beïnvloed en had je voor jezelf een kader om de plannen van B en W te beoordelen.
Burgers ten dienste zijn, ook dat is een plezierig deel van het raadswerk. In m'n eerste periode heb ik veel werkbezoekjes afgelegd, die te maken hadden met de commissie Welzijn, bijvoorbeeld aan de kinderopvang, de muziekschool en zorginstellingen. Informatie-uitwisseling vind ik belangrijk. Mensen leren je kennen en weten je dan ook te vinden. Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn. Met de voorstellingen in De Lampegiet zijn we het niet altijd eens, maar dan is het wel goed om met elkaar in gesprek te blijven.
Was je als lid van de gemeenteraad iedere avond op pad?
Ik denk dat dit de laatste vier jaar gemiddeld zo'n tweeëneenhalve avond per week was. In de eerste twee raadsperioden was dat meer. En er waren pieken rond de verkiezingstijd. Ik heb een aantal keren de campagne getrokken. Dat was altijd fantastisch: de organisatie ervan, je boodschap formuleren en dit zo goed mogelijk presenteren.
Wat zou je achteraf gezien anders hebben willen doen?
Dat weet ik niet. Ik ben iemand die zaken rationeel benadert. Ik bedenk vooraf hoe je iets het beste kunt aanpakken. Ik heb dus weinig dat ik achteraf zeg dat ik verkeerde keuzes heb gemaakt.
Natuurlijk zijn er wel dingen misgegaan, bijvoorbeeld in discussies tijdens vergaderingen. Maar alles bij elkaar was het een prachtige taak, binnen een prachtige fractie. De fractievergaderingen waren altijd ontspannen.
Dieptepunt was het overlijden van fractiegenoot Jan Slomp, kort nadat zijn vrouw Lenie was overleden. Heel triest. Van de kinderen Slomp krijgen we nog regelmatig bericht.
Welke persoon in de politiek heeft jou het meest aangesproken?
Ik heb van veel mensen wat geleerd. Ik kan niet zeggen dat ik mij concreet door een persoon liet leiden. Raadslidmaatschap is een heel mooie en belangrijke taak. Vanuit Gods Woord moet christelijke politiek gestalte krijgen, door betrouwbaar en dienstbaar naar de mensen toe te opereren. In de fractie zitten mensen die daarvoor de gaven hebben. Arie is een goed voorbeeld hiervan.
Het nieuwe college doet dit ook op een goede manier. We zijn echt van die machtscultuur af. Ook burgemeester Spros waardeer ik erg..
Ben je niet bang dat het dualisme die machtscultuur weer in de hand werkt?
Absoluut niet. Een machtscultuur komt eerder voort uit een intentie. Door het dualisme kan de controlerende functie van de gemeenteraad meer tot haar recht komen. En verschillende standpunten en eigen verantwoordelijkheden in de raad en college kunnen voor een goed product zorgen.
Heeft het dualisme een rol gespeeld in je keuze om uit de politiek te stappen?
Integendeel, ik zou bijna weer gaan twijfelen en toch doorgaan. Er waren diverse werkgroepen die met het dualisme aan de slag zijn gegaan. Hier heb ik de laatste maanden nog met plezier aan meegewerkt. Verbeterprocessen in organisaties boeien mij.
Waarom heb je besloten te stoppen met de politiek?
Je kunt er niet oneindig mee doorgaan en ik heb geen andere plannen in de politiek. Twaalf jaar is een mooie tijd geweest. Na een periode van rust wil ik me op andere terreinen gaan inzetten, bijvoorbeeld voor de kerkelijke gemeente.
Ik was wel voldoende thuis, maar niet rustig. Vaak was ik thuis aan het werk; binnenkort is er weer meer tijd voor het gezin en anderen. Ook wil ik mijn hobby houtsnijden weer oppakken.
Heeft jouw gezin je gemist?
Soms wel. Ik was wel eens te veel weg. Gelukkig ging het altijd zo voorspoedig in ons gezin, dat het nooit problemen gaf. Hetty en de kinderen hebben een enorm stimulerende rol gespeeld. Hetty zag de noodzaak van het werk in. De kinderen vonden het interessant. Onze jongste zoon is eens het jongste lid van de RPF-jongeren geweest. Hij werd op z'n twaalfde al lid, om iets voor het milieu te kunnen doen.
Blijf je nog politiek betrokken in een bepaalde functie?
Nee, ik zet er nu echt een punt achter. Ik zal nog wel eens komen kijken of wat folders bezorgen. Ik heb altijd ervaren dat God me deze taak en de kracht ervoor gaf. Nu ervaar ik dat een periode in mijn leven wordt afgesloten.
Wat wil de fractie meegeven?
Heel veel gedrevenheid en creativiteit. En kwaliteit, daar hebben we altijd om bekend gestaan. Wijsheid in de vertaling van hetgeen onze Schepper ons in Zijn Woord meegeeft naar de dagelijkse praktijk in Veenendaal. Gezondheid en voortzetting van de saamhorigheid. Dat het voor de fractieleden genieten blijft om met deze club mee te mogen doen.
Hoe ben je in de politiek terecht gekomen?
Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat God en Zijn Woord betekenis hebben voor onze samenleving. Daarom vond ik het altijd belangrijk om niet alleen te functioneren in een christelijke omgeving, maar ook in de maatschappij. Verder vind ik het leuk om bepaalde thema's te doordenken. Ook houd ik van discussiëren. En het boeit mij om te zien hoe mensen en organisaties functioneren en daarin dienstbaar te zijn en verbeteringen aan te brengen.
Hoe heb je de stap gemaakt naar de praktische politiek?
Twaalf jaar geleden ben ik begonnen als raadslid in de gemeentepolitiek van Veenendaal. Maar dat is niet het begin geweest. In zekere zin heb ik het van huis uit meegekregen. Ik ben geboren en getogen in Overberg. Mijn vader was politiek actief in de gemeenteraad van Amerongen. Al toen ik een jaar of 17 was bezocht ik politieke bijeenkomsten. Dat was in Dronten, waar ik het Hoger Agrarisch Onderwijs volgde. Deze school was zijn tijd ver vooruit, want zeggenschap van leerlingen stond daar hoog in het vaandel. Ik was daar een tijdje secretaris van de studentenraad. Eigenlijk is dat al een goede leerschool voor mijn politieke werk geweest.
Ook toen ik in Veenendaal ging wonen bezocht ik vergaderingen. Toen ik werd gevraagd voor een bestuursfunctie, heb ik hier ja op gezegd. Eerst was ik actief als penningmeester, later als voorzitter van de RPF-kiesvereniging. In die periode draaide ik ook mee met de schaduwfractie en schreef ik artikelen voor het RD als correspondent voor Veens nieuws. Na acht jaren bestuurswerk maakte ik de overstap naar de gemeenteraad.
Wat maakte de RPF voor jou de moeite waard?
Toen ik 18 werd, was ik stemgerechtigd. Dit was ook juist de tijd dat de RPF ontstond, naar aanleiding van de ontwikkelingen binnen het CDA. Het was echt een strijdtijdperk. Er werd een nieuwe partij opgericht en we hadden het gevoel 'we gaan ervoor!'. De richting die de RPF aangaf zorgde voor een enorme betrokkenheid. Ik voelde mij daar sterk bij betrokken.
Geldt dat ook nu de ChristenUnie is opgericht?
Het geeft wel een stukje nieuw elan en het is geweldig dat de ChristenUnie er is. Maar het is niet zoals toen we met de RPF begonnen. Met een klein clubje mensen aan iets nieuws beginnen vanuit een enorme christelijke gedrevenheid, dat was bijzonder. Ik denk daar nog wel eens met heimwee aan terug, ook aan de vriendschap in die tijd zoals met Jan Breekveldt en Arie de Graaf.
Wat altijd is gebleven is een sterke betrokkenheid van veel mensen. Al zie je niet zo veel mensen op vergaderingen, mensen geven aan te bidden voor christelijke politiek, of steken je een hart onder de riem. Zo merk je dat het een voorrecht is om vanuit een christelijke partij te opereren. Je kunt functioneren vanuit een door God gegeven gemeenschappelijk kader en de kerkelijke gemeenschap. Mensen uit niet confessionele partijen hebben wel eens gezegd dat ze jaloers waren op zo'n sociaal verband.
De ChristenUnie Veenendaal heeft een website. Daar ben jij de trekker van.
Vijf jaar geleden, voor de verkiezingen, ben ik daarmee begonnen. We waren een van de eersten. Ik vind het belangrijk dat een politiek partij zich goed presenteert. We moeten actief en creatief zijn, niet alleen in het politieke werk, maar ook in de presentatie naar buiten. Computeren vond ik toen ook al leuk. Het was de tijd dat internet in opkomst was.
Is het je zwaar gevallen in de gemeenteraad?
In het begin vond ik het behoorlijk zwaar, maar nu heel weinig meer. Twaalf jaar geleden was er meer een cultuur van macht. Ik was de jongste in de gemeenteraad, voelde me wel eens behoorlijk onzeker. Dat ik toen lid was van de commissie Welzijn, maakte het extra gecompliceerd vanwege principiële punten. Dan probeerden wethouders soms de raadsleden buiten spel te zetten. Als voorzitters van commissies moeten wethouders juist mensen tot hun recht laten komen.
Je bent begonnen in de commissie Welzijn. Heb je ook in andere commissies gezeten?
Ik ben ook lid geweest van de commissies Personeel & Organisatie, Milieu & Eigendommen en een korte tijd van de commissie Financiën. De commissie Bezwaar- en Beroepschriften heb ik ook gedaan; dat is een soort adviserende rechtbank van de gemeente. Burgers en instellingen kunnen daar bezwaar aantekenen tegen besluiten van de gemeente.
Verder zat ik acht jaar namens de gemeenteraad in het bestuur van IW4-bedrijven, de sociale werkplaats. Daar kunnen mensen werk krijgen als ze een baan in een bedrijf of een instelling niet aankunnen door een handicap. Die bestuursfunctie was een mooie taak door de sociale en de bedrijfsmatige kant ervan.
Zijn er nog meer dingen aan te wijzen waar je met veel plezier aan terugdenkt?
Een stukje eigen beleidsontwikkeling. Dus niet achterover leunen en afwachten wat de ambtenaren bedenken, maar zelf het denkwerk verrichten. Dat heb ik bijvoorbeeld voor het ouderenbeleid, het minderhedenbeleid en het milieubeleid gedaan.. We hebben dit in de fractie besproken en in de Algemene Beschouwingen naar buiten gebracht. Daarmee hebben we het gemeentelijk beleid beïnvloed en had je voor jezelf een kader om de plannen van B en W te beoordelen.
Burgers ten dienste zijn, ook dat is een plezierig deel van het raadswerk. In m'n eerste periode heb ik veel werkbezoekjes afgelegd, die te maken hadden met de commissie Welzijn, bijvoorbeeld aan de kinderopvang, de muziekschool en zorginstellingen. Informatie-uitwisseling vind ik belangrijk. Mensen leren je kennen en weten je dan ook te vinden. Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn. Met de voorstellingen in De Lampegiet zijn we het niet altijd eens, maar dan is het wel goed om met elkaar in gesprek te blijven.
Was je als lid van de gemeenteraad iedere avond op pad?
Ik denk dat dit de laatste vier jaar gemiddeld zo'n tweeëneenhalve avond per week was. In de eerste twee raadsperioden was dat meer. En er waren pieken rond de verkiezingstijd. Ik heb een aantal keren de campagne getrokken. Dat was altijd fantastisch: de organisatie ervan, je boodschap formuleren en dit zo goed mogelijk presenteren.
Wat zou je achteraf gezien anders hebben willen doen?
Dat weet ik niet. Ik ben iemand die zaken rationeel benadert. Ik bedenk vooraf hoe je iets het beste kunt aanpakken. Ik heb dus weinig dat ik achteraf zeg dat ik verkeerde keuzes heb gemaakt.
Natuurlijk zijn er wel dingen misgegaan, bijvoorbeeld in discussies tijdens vergaderingen. Maar alles bij elkaar was het een prachtige taak, binnen een prachtige fractie. De fractievergaderingen waren altijd ontspannen.
Dieptepunt was het overlijden van fractiegenoot Jan Slomp, kort nadat zijn vrouw Lenie was overleden. Heel triest. Van de kinderen Slomp krijgen we nog regelmatig bericht.
Welke persoon in de politiek heeft jou het meest aangesproken?
Ik heb van veel mensen wat geleerd. Ik kan niet zeggen dat ik mij concreet door een persoon liet leiden. Raadslidmaatschap is een heel mooie en belangrijke taak. Vanuit Gods Woord moet christelijke politiek gestalte krijgen, door betrouwbaar en dienstbaar naar de mensen toe te opereren. In de fractie zitten mensen die daarvoor de gaven hebben. Arie is een goed voorbeeld hiervan.
Het nieuwe college doet dit ook op een goede manier. We zijn echt van die machtscultuur af. Ook burgemeester Spros waardeer ik erg..
Ben je niet bang dat het dualisme die machtscultuur weer in de hand werkt?
Absoluut niet. Een machtscultuur komt eerder voort uit een intentie. Door het dualisme kan de controlerende functie van de gemeenteraad meer tot haar recht komen. En verschillende standpunten en eigen verantwoordelijkheden in de raad en college kunnen voor een goed product zorgen.
Heeft het dualisme een rol gespeeld in je keuze om uit de politiek te stappen?
Integendeel, ik zou bijna weer gaan twijfelen en toch doorgaan. Er waren diverse werkgroepen die met het dualisme aan de slag zijn gegaan. Hier heb ik de laatste maanden nog met plezier aan meegewerkt. Verbeterprocessen in organisaties boeien mij.
Waarom heb je besloten te stoppen met de politiek?
Je kunt er niet oneindig mee doorgaan en ik heb geen andere plannen in de politiek. Twaalf jaar is een mooie tijd geweest. Na een periode van rust wil ik me op andere terreinen gaan inzetten, bijvoorbeeld voor de kerkelijke gemeente.
Ik was wel voldoende thuis, maar niet rustig. Vaak was ik thuis aan het werk; binnenkort is er weer meer tijd voor het gezin en anderen. Ook wil ik mijn hobby houtsnijden weer oppakken.
Heeft jouw gezin je gemist?
Soms wel. Ik was wel eens te veel weg. Gelukkig ging het altijd zo voorspoedig in ons gezin, dat het nooit problemen gaf. Hetty en de kinderen hebben een enorm stimulerende rol gespeeld. Hetty zag de noodzaak van het werk in. De kinderen vonden het interessant. Onze jongste zoon is eens het jongste lid van de RPF-jongeren geweest. Hij werd op z'n twaalfde al lid, om iets voor het milieu te kunnen doen.
Blijf je nog politiek betrokken in een bepaalde functie?
Nee, ik zet er nu echt een punt achter. Ik zal nog wel eens komen kijken of wat folders bezorgen. Ik heb altijd ervaren dat God me deze taak en de kracht ervoor gaf. Nu ervaar ik dat een periode in mijn leven wordt afgesloten.
Wat wil de fractie meegeven?
Heel veel gedrevenheid en creativiteit. En kwaliteit, daar hebben we altijd om bekend gestaan. Wijsheid in de vertaling van hetgeen onze Schepper ons in Zijn Woord meegeeft naar de dagelijkse praktijk in Veenendaal. Gezondheid en voortzetting van de saamhorigheid. Dat het voor de fractieleden genieten blijft om met deze club mee te mogen doen.