Het gaat om mensen en geld

Dick Roodbeenvrijdag 01 november 2013

Zo zou je de behandelde punten van de commissievergaderingen van 8 en15 oktober kunnen samenvatten. Bestuursrapportage, programmabegroting 2014-2017, vaststellen belastingverordening, een verordening compenserende maatregelen WMO, uitwerking van de motie klussendienst en enkele voorstellen over het vaststellen van bestemmingplannen. Enkele onderwerpen wil ik graag onder uw aandacht brengen.

Bestuursrapportage, programmabegroting en belastingverordening.

In de commissie zijn diverse financiële voorstellen behandeld. De bestuursrapportage over de uitgaven en inkomsten tot juni 2013 geven aan dat we goed op onze centen moeten blijven letten. En dat doet het College gelukkig ook. Wel zijn aanvullende maatregelen nodig om tekorten op diverse posten binnen de perken te houden zoals bij het leerlingenvervoer en de exploitatie van diverse gemeentelijke gebouwen.  Helaas komt er ook in 2013 weer minder geld vanuit den Haag naar de gemeenten toe.

 De begroting 2014-2017 is ook besproken. In de kadernota die begin juli is vastgesteld zijn de uitgangspunten voor de begroting vastgesteld. We kunnen constateren dat deze uitgangspunten goed verwerkt zijn in deze programmabegroting. De eerder al door de raad aangenomen bezuinigingsvoorstellen zitten daar ook in.  Maar net als ons eigen huishoudboekje geld ook hier het gezegde: ‘ zet de tering naar de nering’.  En daar is in deze begroting hard aan gewerkt.

 De door de burgers te betalen belastingen voor 2014 worden ook vastgesteld.  Onze fractie is van mening dat het tarief van de afvalstoffenheffing voor 2014  verlaagd kan worden, er is namelijk een  zogeheten egalisatiereserve  van meer dan drie miljoen euro opgebouwd, en dat vinden wij  te veel.  De inwoners van onze stad kunnen elk voordeeltje in deze financieel moeilijke tijd goed gebruiken.

Verordening WMO compenserende maatregelen.

Een nieuwe verordening waarin wordt geregeld op welke wijze de zorgvrager kan worden geholpen om de gevolgen van mogelijke beperkingen op te kunnen vangen. Daarbij staat de eigen verantwoordelijkheid van de zorgvrager voorop.  Allereerst wordt er met de zorgvrager een gesprek gevoerd om na te gaan welke beperkingen er zijn en welke maatregelen de zorgvrager zelf kan nemen om de gevolgen van deze beperking op te vangen. Zo nodig wordt een externe deskundige gevraagd om advies. Vervolgens maakt de gemeente een rapport op van haar bevindingen en krijgt de zorgvrager een advies van de gemeente welke compenserende maatregel mogelijk door de gemeente kan worden verstrekt. Vervolgens kan de zorgvrager hiervoor een aanvraag bij de gemeente indienen. Met deze werkwijze wordt beoogd dat de belangen van de zorgvrager zo optimaal mogelijk worden gediend.  En de gemeente haar zorgplicht efficiënt en doelmatig kan uitvoeren waardoor er kosten bespaard kunnen worden.

In de commissie is er uitvoerig over gesproken waarbij onze fractie heeft aangegeven dat de te volgen procedure binnen een vooraf vast te stellen termijn moet zijn afgehandeld. De wethouder heeft de toezegging gedaan dat binnen twee weken na melding door de zorgvrager duidelijk zal zijn of een aanvraag voor een bepaalde voorziening wenselijk is. Het WMO forum heeft een positief advies uitgebracht, met hen zijn wij wel van mening dat nu snel de beleidsregels moeten worden vastgesteld evenals het door B en W te nemen besluit over de hoogte van de vergoedingen  en andere inzet van de compenserende maatregelen.

Dick Roodbeen

« Terug

Archief > 2013

Geen berichten gevonden