De afgelopen weken heeft de Veenendaalse politiek geen visitekaartje afgegeven. We staan voor de grote opgave om te bezuinigen. Daar zullen allerlei mensen en organisaties de gevolgen van ondervinden. De bezuinigingen moeten met verstand worden ingevoerd, maar pijn zal onvermijdelijk zijn. Dit is niet de beste context om als politici vooral met elkaar bezig te zijn. Toch leek dit er even op, vorige week. Gevoelens van ongenoegen en wantrouwen hebben ertoe geleid dat de voltallige oppositie opstapte uit een commissievergadering. De fractie van de ChristenUnie was hier niet blij mee, om het zacht uit te drukken. Onze bijdrage aan het raadsdebat was scherp van toon in de eerste termijn van het debat. Maar wij willen nu vooral verder. Daarom hebben wij in de tweede termijn van het debat onze hand uitgestoken. Wanneer de oppositie zo duidelijk aangeeft dat zij voelen buiten spel te staan, is er iets mis gegaan. Wij hebben de absolute overtuiging dat zij niet buiten spel staan. Maar als het zo wordt ervaren is het goed om te reflecteren welke zaken anders en beter hadden gekund. Dit hebben wij gedaan en dan zijn er zeker ook verbeterpunten te vinden. Wij willen niets liever dan aan de slag! Volgens mij de oppositie ook. Laten we de handen ineen slaan en op volle kracht vooruit. De politiek is geven en nemen, voor alle partijen. Laten we dat gewoon doen.

Jolanda de Heer