Geacht college,

Enige tijd geleden ontvingen wij bericht van bewoners van de Gouwe dat in hun straat mogelijk een tattooshop wordt gevestigd. Bewoners maken zich zorgen over de komst van deze tattooshop. Zij zijn van mening dat een woonerf geen passende omgeving is voor deze activiteiten, in het bijzonder omdat er veel gezinnen met (jonge) kinderen wonen. Onze fracties delen de zorgen van bewoners en dat is de reden dat wij ons tot u richten.

Allereerst willen wij memoren dat het decoreren van het lichaam, al dan niet in de vorm van tatoeëren, een eeuwenoud gebruik is. Er zijn verschillende volkenkundige musea in ons land die daarvan voorbeelden laten zien. Het is in Nederland wettelijk mogelijk dit soort activiteiten te ontplooien, waarmee ieder aan zijn persoonlijke keuzevrijheid invulling kan geven. Ongetwijfeld zijn hier door de landelijke overheid of door de beroepsgroep, dan ook regels voor opgesteld.

Wel zijn wij van mening dat zorgvuldig moet worden gekeken naar de locaties waar tattooshops worden gevestigd. Bij tatoeëren worden blijvende versieringen op het lichaam aangebracht en het is niet zelden dat mensen daarvan spijt krijgen. De technieken om tatoeages te verwijderen zijn kostbaar en bieden vaak niet het gewenste resultaat. Ook het aanbrengen van tatoeages, waarbij gebruik gemaakt wordt van chemische cosmetica, is niet zonder risico's voor de gezondheid. Om deze redenen zijn wij van mening dat het tatoeëren van lichamen van kinderen en tieners, niet wenselijk is. Wij verwijzen u in dit verband ook naar de website van de GGD, waar kinderen gewaarschuwd worden voor de risico's van tatoeages op hun lichaam.

Daarom dringt zich hier de vraag op, of het aanbod letterlijk bij de kinderen in de wijk en voor hun deur moet worden gebracht!

De fracties van de SGP en de ChristenUnie hebben de volgende vragen.

1. De vestiging van een tattooshop zou voldoen aan de uitgangspunten van een beroep of bedrijf aan huis. Kunt u aangeven welke uitgangspunten dit zijn?

2. De vrijstellingsprocedure is inmiddels gestart, maar er zijn zienswijzen ingediend. Deze worden verwerkt in een nota en aan u voorgelegd voor besluitvorming. Kunt u aangeven of u andere dan formele criteria zult hanteren in uw afweging? Anders gezegd: welke weging kent u toe aan de ingediende zienswijzen?

3. Een tattooshop is een winkel waar tatoeages worden gekocht. Is het niet meer voor de hand liggend om een tattooshop aan te merken als detailhandel en derhalve te situeren in een winkelgebied?

4. Bent u met ons van mening dat de vestiging van een tattooshop op een woonerf ongewenst is? Zo ja, bent u dan bereid de vergunning te weigeren en met de toekomstige eigenaar te overleggen over een alternatieve locatie? Zo nee, waarom niet?

De beantwoording van onze vragen zien wij met belangstelling tegemoet.

Met vriendelijke groet,
namens de SGP,

Jan Vermeer

namens de ChristenUnie,

Carla Dik-Faber